Bindingstoeslag
Soms hanteren bedrijven een bindingstoeslag of een premie om op die manier waardevolle werknemers voor het bedrijf te behouden. In beginsel is een dergelijke toeslag toegestaan. Is de leeftijd van een werknemer echter een factor bij deze toeslag, dan kan deze toeslag als arbeidsvoorwaarde in strijd zijn met de leeftijdswet (WGBL). Heeft een organisatie hier een legitieme reden voor, dan kan dit onderscheid op leeftijd gerechtvaardigd zijn.
Het doel om schaarse werknemers te binden aan een organisatie kan als legitiem worden gezien, mits er een werkelijke behoefte in de organisatie hiervoor is en het geen discriminerend oogmerk heeft. Bij de toets of een dergelijke regeling in strijd is met de wet, kijkt het College eerst naar het doel van de regeling. Vervolgens wordt gekeken of het middel (de regeling) passend en noodzakelijk is. Een middel is passend indien het geschikt is om het doel te bereiken. En het middel is noodzakelijk indien het doel niet kan worden bereikt met een middel dat niet leidt tot onderscheid, althans minder bezwaarlijk is.
Doel: binden van personeel
Het College voor de Rechten van de Mens heeft twee keer een zaak voorgelegd gekregen over een bindingstoeslag of premie, waar de leeftijd van een werknemer een factor heeft gespeeld.
Bij het eerste oordeel betrof het een bindingspremie bij defensie met een aanvullende criterium dat de werknemer niet minder dan 12 jaar verwijderd mocht zijn van de datum van zijn functioneel leeftijdsontslag (FLO), een zogeheten rendementscriterium. Oftewel, het ontvangen van een premie hing van de leeftijd van de militair af of hij in aanmerking kon komen voor een bindingspremie of niet. Het College heeft in dit oordeel geoordeeld dat hier sprake was van verboden onderscheid. Hoewel de reden (het binden van militairen) als legitiem kan worden gezien, bestond er een mogelijkheid om het ontvangen van de bindingspremie te laten afhangen van neutraal gestelde criteria. Immers, de bindingspremie zou gekoppeld kunnen worden aan rangen of functies, waarbij militairen in hogere rangen geen en in lagere rangen wel een bindingspremie kunnen ontvangen. Daarmee wordt geen onderscheid naar leeftijd gemaakt.
Zie ter illustratie oordeel 2010-99
Bij het tweede oordeel hing de hoogte van de bindingstoeslag af van de leeftijd van de werknemer. Hoe ouder de werknemer, hoe lager de bindingstoeslag. Het College heeft geoordeeld dat hier sprake is van verboden onderscheid op grond van leeftijd bij de arbeidsvoorwaarden, mede gezien het verweer (een betoog dat er sprake was van een zeer goede reden voor dit onderscheid) dat de continuïteit van werknemers binnen de organisatie niet opging, omdat niet is bewezen dat deze daadwerkelijk in gevaar was bij de organisatie.
Zie ter illustratie oordeel 2006-194