De Leeftijdcheck voor CAO's is tot stand gekomen met behulp van subsidie van het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid. Deze scan is met de grootste zorg samengesteld, en is bedoeld om een indicatie te geven van de houdbaarheid van uw arbeidsvoorwaarden onder de leeftijdswet. U kunt aan deze scan echter geen rechten ontlenen. De Leeftijdcheck voor CAO's is geenszins een uiting van de opvattingen van het ministerie of de Commissie Gelijke Behandeling. Enkel Expertisecentrum LEEFtijd is verantwoordelijk.

sluiten

Inrichting van financiële (compensatie)regelingen

Zowel bij reorganisatie als bij ontslag kan er sprake zijn van verschillende leeftijdcategorieën bij vergoedingen, ontslagvergoedingen, compensatieregelingen, etc.

De leeftijdswet (WGBL) vereist dat het doel van de regeling in uw arbeidsvoorwaardenpakket legitiem is. Wanneer het College voor de Rechten van de Mens een zaak voorgelegd krijgt, kijkt deze dan ook allereerst naar het doel van de regeling. Klik hieronder het doel aan, dat u met de regeling die een leeftijdsgrens bevat wilt bereiken..

Doel: tegemoetkomen aan zwakke arbeidsmarktpositie van ouderen

Het College heeft meerdere oordelen uitgesproken over financiële regelingen (sociale plannen) waarbij het leeftijdsonderscheid als doel heeft om rekening te houden met de minder gunstige positie van ouderen op de arbeidsmarkt. Dit doel acht het College als legitiem. Over de middelen stelt het College dat het hanteren van de kantonrechtersformule in beginsel niet in strijd is met de leeftijdswet. Het College is wel van oordeel dat er goede redenen kunnen zijn om de kantonrechtersformule niet voor oudere werknemers te hanteren, maar te voorzien in een suppletie van het inkomen tot de pensioengerechtigde leeftijd. Hierbij geldt dat de getrokken leeftijdsgrens moet zijn terug te voeren op de veronderstelde arbeidsmarktpositie van de oudere werknemers.

Zie ter illustratie oordeel 2006-6 

Doel: belonen bedrijfstrouw/belonen diensttijd

Het College heeft nog geen oordelen uitgesproken over financiële regelingen (sociale plannen) waarbij het leeftijdsonderscheid als doel heeft om bedrijfstrouw te belonen. Wel heeft het College in andere oordelen geoordeeld dat dit doel legitiem is. Over de middelen stelt het College dat het hanteren van de kantonrechtersformule in beginsel niet in strijd is met de WGBL. Het College is wel van oordeel dat er goede redenen kunnen zijn om de kantonrechtersformule niet voor oudere werknemers te hanteren, maar te voorzien in een suppletie van het inkomen tot de pensioengerechtigde leeftijd. Hierbij geldt dat de getrokken leeftijdsgrens moet zijn terug te voeren op de veronderstelde arbeidsmarktpositie van de oudere werknemers.

Doel: solidariteit tussen leeftijdsgroepen

Het College heeft één oordeel uitgesproken waarbij het doel van het gemaakte leeftijdsonderscheid, het bereiken van solidariteit was. In dit geval ging het om een vertrekregeling geldend voor werknemers geboren voor 1 januari 1950, waarbij -in tegenstelling tot de kantonrechtersformule- de jongeren binnen die groep een hogere uitkering kregen dan de ouderen. Dit, omdat de jongeren in die groep nog een langere tijd te gaan hebben voor de ingang van het pensioen dan de ouderen. De CGB stelt dat dit doel legitiem is en het middel passend en noodzakelijk. Aldus geen strijd met de wet.