Versobering regelingen vervroegde uittreding (VUT)
De afgelopen jaren zijn versoberingen doorgevoerd in diverse VUT-regelingen. Zo is bijna overal de 40-dienstjaren VUT afgeschaft en heeft een geleidelijke verhoging van de VUT-gerechtigde leeftijd plaatsgevonden. Bij dergelijke wijzigingen zijn bepaalde leeftijdgroepen vaak ontzien in de vorm van overgangsregelingen.
Wanneer dergelijke regelingen aan het College voor de Rechten van de Mens worden voorgelegd, kijkt deze allereerst naar het doel van de regeling.
Doel: betaalbaar houden van de VUT
In 2007 had het College voor de Rechten van de Mens een zaak waarbij een nieuwe CAO tot gevolg had dat de VUT-leeftijd in de VUT-regeling voor bepaalde leeftijdsgroepen verhoogd werd. Voor oudere werknemers bleef de oorspronkelijke VUT-leeftijd gehandhaafd. Het doel van dit leeftijdsonderscheid was het betaalbaar houden van de VUT en het nakomen van eerder gemaakte afspraken hieromtrent. De CGB oordeelde dat dit doel legitiem is. Daarnaast is het College van mening dat het onvermijdelijk is om bij dergelijke regelingen onderhavige grenzen te trekken. Daarbij is gezocht naar een verhouding rekening houdend met de bijzondere positie van de betreffende oudere werknemers en het feit dat sociale partners betrokken waren bij de totstandkoming van de regeling. Daarom is het objectief gerechtvaardigd, geen strijd met de wet.
Zie ter illustratie oordeel 2007-163